Wat jij kunt doen
… en veerkracht
… en ingrijpende jeugdervaringen
Wat het is
Co-reguleren





Emotieregulatie

Hoe je je emoties kunt reguleren is een leerproces, dat begint met co-regulatie: een kind leert emoties reguleren via een ander. Betrouwbare volwassenen spelen daarin dus een centrale rol. Op de volgende manieren kan je kinderen ondersteunen.
Je kunt daarbij een plaatje zoals deze gebruiken. Laat het kind stilstaan bij waar in het lichaam het iets voelt. Vraag bijvoorbeeld: ‘Wat voel je in je lijf?’ en ‘Waar voel je dat?’ Bijvoorbeeld in je hoofd, keel, borst, buik, benen of armen. Het kan op één plek zijn of op meerdere. Tip: geef een voorbeeld waar je zelf wel eens emotie voelt.
Probeer woorden te geven aan wat je ziet bij het kind, zoals bijvoorbeeld bij een hevige schrikreactie: ‘Dat was schrikken, hè, dat die hond zomaar begon te blaffen.’ Nadat je het kind ruimte hebt gegeven om daarop te reageren, geef je daarna erkenning voor dat gevoel: ‘Ik snap dat je daarvan schrikt, het was ook zo’n hard geluid.’ En: ‘Ik zie dat je er tranen van in je ogen hebt. Dat is heel normaal: soms schrik je zó erg dat je ervan moet huilen.’ Zo leert het kind zijn gevoelens beter begrijpen.
Boeken, poppen, spel of tekeningen kunnen kinderen helpen hun gevoelens op afstand te bekijken en er woorden aan te geven. Je kunt bijvoorbeeld samen een verhaal verzinnen over een ‘gevoelensvriendje’ dat iets moeilijks meemaakt.
Online zijn allerlei emotie-posters of -kaarten te vinden die in beeld en woord uitdrukken welke verschillende emoties er allemaal zijn en hoe die eruit kunnen zien. Deze helpen je met kinderen te praten over welke emoties er zijn en hoe je die bij jezelf en een ander kunt herkennen. Emoties zijn niet goed of fout. Zeg bijvoorbeeld: ‘Het is oké om boos te zijn’, of ‘Je mag verdrietig zijn – ik blijf bij je.’ Help het kind om de emotie te doorvoelen, zonder dat het overspoeld raakt. Dat doe je door (fysiek) dichtbij het kind te blijven, zelf kalm te zijn en als dat nodig is rustig tegen het kind te praten.
Geef het kind de opdracht om terug te denken aan de laatste keer dat het blij was. Laat het kind dit bijvoorbeeld opschrijven. Je kan daarbij gerichte vragen stellen: Waar was je toen? Was er iemand bij je? Wat voelde je? Wat zag en hoorde je? Wat maakte dat je je blij was? Zorg dat het kind de gebeurtenis helemaal voor zich ziet. Je kan daarbij gerichte vragen stellen die helpen bij het visualiseren.
Geef het kind de opdracht om vooruit te denken aan iets leuks dat nog gaat komen. Laat het kind dit bijvoorbeeld opschrijven. Je kan daarbij gerichte vragen stellen: is er iets waar je heel veel zin in hebt? Stel je eens voor hoe het zou zijn; waar ben je, wat zie je, wat doe je? Wie is er bij? Wat voel je? Zie je het voor je? Zorg dat het kind de gebeurtenis helemaal voor zich ziet. Je kan daarbij gerichte vragen stellen die helpen bij het visualiseren.
Het is belangrijk dat kinderen niet alleen met de zogenaamde negatieve emoties om leren gaan, maar ook met positieve. Het vasthouden en uitvergroten van positieve gevoelens, bijvoorbeeld door na te genieten of voorpret te stimuleren, draagt bij aan veerkrachtig functioneren. Dat kan je op twee manieren doen.
Positieve gevoelens vasthouden
3.
Laat het kind oefenen met manieren om met hevige gevoelens om te gaan. Benoem strategieën die over het algemeen helpend kunnen zijn: rustig ademhalen, nadenken, erover praten, hulp vragen, naar muziek luisteren, tekenen, iets vasthouden, een rondje buiten lopen et cetera.
Help het kind na te denken over wat hem of haar eerder heeft geholpen: ‘Wat hielp jou toen en toen om weer rustig te worden?’ of ‘Wat zou je een volgende keer kunnen doen?’ Zo leert het kind van elke ervaring.
Kinderen leren van jouw voorbeeld. Zeg bijvoorbeeld: ‘Als ik merk dat ik boos word, ga ik vaak even naar buiten om weer rustig te worden.’ Zo laat je zien dat emotieregulatie een normale vaardigheid is die iedereen kan leren.
Leer het kind helpende strategieën aan
2.
Emoties zijn te voelen in het lichaam. Help het kind dit te onderzoeken wanneer je een emotie bij hem of haar opmerkt.
Help het kind emoties te herkennen en benoemen
1.
Hoe kun je kinderen helpen bij het beter leren reguleren van hun emoties?
Spiegeloefening
Ga met het kind voor een spiegel staan of gebruik een handspiegel. Laat het kind ervaren hoe het eruit ziet als het een bepaalde emotie heeft. Voorbeelden hoe je dat kan doen: Kijk eens heel boos! En wat zie je aan de rest van je lichaam als je boos wordt? Hoe zie je eruit wanneer je blij bent? Hoe kijk je wanneer je angstig bent? Hoe zie je eruit als je verdrietig bent? En als je zenuwachtig bent? Tip: doe zelf ook mee, zodat het kind ook leert hoe emoties er bij anderen uit zien.
Lees hier het wetenschappelijke artikel over emotieregulatie
Om veerkrachtig te kunnen functioneren is adequate emotieregulatie cruciaal. Als kinderen in staat zijn hun emoties in goede banen te leiden, kunnen zij zichzelf beter begrijpen, hun reacties leren beheersen en zich beter aanpassen aan wat de situatie van hen vraagt. Ook als die situatie plotseling verandert.
Het onderdrukken van emoties kost veel mentale energie. Energie die je óók nodig hebt voor andere taken, zoals concentreren, problemen oplossen of sociale interactie. Als kinderen leren hun emoties op een gezonde manier te reguleren, hebben zij betere toegang tot hun cognitieve capaciteit.
Vechten, vluchten of bevriezen zijn automatische reacties op hevige stress en gevaar. En op heftige emoties. Als kinderen leren hun emoties te herkennen, te voelen en op een gepaste manier te uiten, kan deze automatische reactie doorbroken worden. Dat helpt kinderen ook bij ingewikkelde of heftige gevoelens bewuster en doelgerichter te handelen.
Bovendien draagt emotieregulatie bij aan het vergroten van het probleemoplossend vermogen van kinderen en het verminderen van piekeren, vermijden en ander niet-helpend gedrag. Door kinderen te leren stilstaan bij wat ze voelen en waarom, kunnen zij leren zich te richten op de oorzaak van hun emoties en beter bedenken wat ze daaraan kunnen doen.
Zij blijven dan niet ‘vastzitten’ in een heftige emotionele reactie, maar kunnen sneller schakelen en doorgaan met wat nodig is. Als negatieve emoties zoals angst, boosheid of verdriet niet langdurig overheersen geeft dat ruimte voor herstel en veerkrachtig functioneren.
Hoe hangt emotieregulatie samen met veerkracht?
‘Eerst ontplofte ik altijd als ik het ergens niet mee eens was. Nu kan ik beter onder woorden brengen wat ik voel’ (ervaringsdeskundige Micha)
Wat is emotieregulatie?
Om je emoties te kunnen reguleren moet je in staat zijn deze te herkennen, te beoordelen en op een passende manier te uiten. Emotieregulatie is niet hetzelfde als kalmeren. Als je in staat bent je emoties goed te reguleren kan dat er wel voor zorgen dat je je ook rustiger voelt. Het doel is echter dat je leert dat emoties er mogen zijn en dat je in staat bent die constructief te uiten.
Emoties hebben een belangrijke signaalfunctie. Als je je bijvoorbeeld bang voelt, geeft dat aan dat je veiligheid nodig hebt. Als je je boos voelt, kan dat betekenen dat er een grens is overschreden. Daarom is het belangrijk dat je emoties leert te voelen en er woorden en betekenis aan leert geven. Bij emotieregulatie gaat het om het leren omgaan met álle emoties, dus zowel de zogenaamde negatieve emoties, zoals verdriet, als de positieve, zoals blijdschap. Emotieregulatie is in alledaagse en ook in niet-stressvolle situaties van belang en niet alleen bij tegenslag of nare gebeurtenissen (in tegenstelling tot coping).
Het is belangrijk dat kinderen leren dat emoties niet goed of slecht zijn, maar dat de manier waarop je je emoties uit, moet passen bij de situatie en bij de doelen die je ermee wil bereiken. Bijvoorbeeld heel hard schreeuwen van boosheid in je eentje op je kamer is prima, maar midden in een klas vol kinderen niet. Hard huilen of schreeuwen kan helpen je emoties te ontladen, maar helpt zelden om je zin te krijgen.
Er zijn verschillende strategieën die je kunt inzetten om je emoties te reguleren. Bijvoorbeeld erover praten of in je dagboek schrijven, afleiding zoeken, je emoties onderdrukken, piekeren of jezelf de schuld geven. Niet elke strategie is in elke situatie helpend – en dat kunnen kinderen leren.
Emotieregulatie betekent dat je je emoties in goede banen kunt leiden, zodat je niet overweldigd raakt door de intensiteit ervan. Hele jonge kinderen kunnen hun emoties nog niet zelf reguleren; zij moeten dat nog leren en hebben daar veilige volwassenen voor nodig.
Lichamelijke stressregulatie
Cognitieve flexibiliteit
Als een kind ingewikkelde of hevige emoties van zichzelf kan herkennen en die op een gepaste manier kan uiten, draagt dat bij aan de mate waarin het veerkrachtig kan functioneren. Kinderen die hun emoties kunnen reguleren raken er minder snel door overweldigd.
Hoe je je emoties reguleert leer je binnen de sociale context. In de eerste plaats is dat het gezin. Kinderen leren door te observeren wat bijvoorbeeld hun vader, moeder of zus doet en door hoe er op hen gereageerd wordt. Kinderen die thuis ingrijpende ervaringen meemaken hebben vaak minder vaardigheden geleerd om hun emoties te reguleren. Daarnaast krijgen kinderen minder goede voorbeelden als ouders zelf niet goed in staat zijn hun emoties te reguleren. Ook kan het zijn dat er geen volwassene is bij wie zij zich veilig genoeg voelen of die hen helpt omgaan met hun emoties.
Als kinderen hun emoties niet goed kunnen reguleren heeft dat vaak een negatief effect op hun contact met anderen. Omdat zij hun emoties niet of niet goed weten te uiten, kan het zijn dat anderen hun uitingen en gedrag niet of verkeerd begrijpen. Daardoor kunnen kinderen op den duur sociale interacties uit de weg gaan.
Kinderen die opgroeien met veel stress of onveiligheid hebben nog meer dan andere kinderen ondersteuning nodig bij het leren reguleren van hun emoties. Vaak is hun stress-responssysteem te scherp afgesteld, waardoor zij zich regelmatig overspoeld kunnen voelen door hevige emoties. Als zij niet hebben geleerd daarmee om te gaan hebben zij andere mensen nodig die hen helpen herkennen wat zij ervaren en hoe ze daar op een goede manier mee om kunnen gaan.
Ingrijpende jeugdervaringen en emotieregulatie

Cognitieve flexibiliteit
Lichamelijke stressregulatie

Co-reguleren

Hoe je je emoties kunt reguleren is een leerproces, dat begint met co-regulatie: een kind leert emoties reguleren via een ander. Betrouwbare volwassenen spelen daarin dus een centrale rol. Op de volgende manieren kan je kinderen ondersteunen.
Je kunt daarbij een plaatje zoals deze gebruiken. Laat het kind stilstaan bij waar in het lichaam het iets voelt. Vraag bijvoorbeeld: ‘Wat voel je in je lijf?’ en ‘Waar voel je dat?’ Bijvoorbeeld in je hoofd, keel, borst, buik, benen of armen. Het kan op één plek zijn of op meerdere. Tip: geef een voorbeeld waar je zelf wel eens emotie voelt.
Probeer woorden te geven aan wat je ziet bij het kind, zoals bijvoorbeeld bij een hevige schrikreactie: ‘Dat was schrikken, hè, dat die hond zomaar begon te blaffen.’ Nadat je het kind ruimte hebt gegeven om daarop te reageren, geef je daarna erkenning voor dat gevoel: ‘Ik snap dat je daarvan schrikt, het was ook zo’n hard geluid.’ En: ‘Ik zie dat je er tranen van in je ogen hebt. Dat is heel normaal: soms schrik je zó erg dat je ervan moet huilen.’ Zo leert het kind zijn gevoelens beter begrijpen.
Boeken, poppen, spel of tekeningen kunnen kinderen helpen hun gevoelens op afstand te bekijken en er woorden aan te geven. Je kunt bijvoorbeeld samen een verhaal verzinnen over een ‘gevoelensvriendje’ dat iets moeilijks meemaakt.
Online zijn allerlei emotie-posters of -kaarten te vinden die in beeld en woord uitdrukken welke verschillende emoties er allemaal zijn en hoe die eruit kunnen zien. Deze helpen je met kinderen te praten over welke emoties er zijn en hoe je die bij jezelf en een ander kunt herkennen. Emoties zijn niet goed of fout. Zeg bijvoorbeeld: ‘Het is oké om boos te zijn’, of ‘Je mag verdrietig zijn – ik blijf bij je.’ Help het kind om de emotie te doorvoelen, zonder dat het overspoeld raakt. Dat doe je door (fysiek) dichtbij het kind te blijven, zelf kalm te zijn en als dat nodig is rustig tegen het kind te praten.
Geef het kind de opdracht om terug te denken aan de laatste keer dat het blij was. Laat het kind dit bijvoorbeeld opschrijven. Je kan daarbij gerichte vragen stellen: Waar was je toen? Was er iemand bij je? Wat voelde je? Wat zag en hoorde je? Wat maakte dat je je blij was? Zorg dat het kind de gebeurtenis helemaal voor zich ziet. Je kan daarbij gerichte vragen stellen die helpen bij het visualiseren.
Geef het kind de opdracht om vooruit te denken aan iets leuks dat nog gaat komen. Laat het kind dit bijvoorbeeld opschrijven. Je kan daarbij gerichte vragen stellen: is er iets waar je heel veel zin in hebt? Stel je eens voor hoe het zou zijn; waar ben je, wat zie je, wat doe je? Wie is er bij? Wat voel je? Zie je het voor je? Zorg dat het kind de gebeurtenis helemaal voor zich ziet. Je kan daarbij gerichte vragen stellen die helpen bij het visualiseren.
Het is belangrijk dat kinderen niet alleen met de zogenaamde negatieve emoties om leren gaan, maar ook met positieve. Het vasthouden en uitvergroten van positieve gevoelens, bijvoorbeeld door na te genieten of voorpret te stimuleren, draagt bij aan veerkrachtig functioneren. Dat kan je op twee manieren doen.
Positieve gevoelens vasthouden
3.
Laat het kind oefenen met manieren om met hevige gevoelens om te gaan. Benoem strategieën die over het algemeen helpend kunnen zijn: rustig ademhalen, nadenken, erover praten, hulp vragen, naar muziek luisteren, tekenen, iets vasthouden, een rondje buiten lopen et cetera.
Help het kind na te denken over wat hem of haar eerder heeft geholpen: ‘Wat hielp jou toen en toen om weer rustig te worden?’ of ‘Wat zou je een volgende keer kunnen doen?’ Zo leert het kind van elke ervaring.
Kinderen leren van jouw voorbeeld. Zeg bijvoorbeeld: ‘Als ik merk dat ik boos word, ga ik vaak even naar buiten om weer rustig te worden.’ Zo laat je zien dat emotieregulatie een normale vaardigheid is die iedereen kan leren.
Leer het kind helpende strategieën aan
2.
Emoties zijn te voelen in het lichaam. Help het kind dit te onderzoeken wanneer je een emotie bij hem of haar opmerkt.
Help het kind emoties te herkennen en benoemen
1.
Hoe kun je kinderen helpen bij het beter leren reguleren van hun emoties?
Spiegeloefening
Ga met het kind voor een spiegel staan of gebruik een handspiegel. Laat het kind ervaren hoe het eruit ziet als het een bepaalde emotie heeft. Voorbeelden hoe je dat kan doen: Kijk eens heel boos! En wat zie je aan de rest van je lichaam als je boos wordt? Hoe zie je eruit wanneer je blij bent? Hoe kijk je wanneer je angstig bent? Hoe zie je eruit als je verdrietig bent? En als je zenuwachtig bent? Tip: doe zelf ook mee, zodat het kind ook leert hoe emoties er bij anderen uit zien.



Lees hier het wetenschappelijke artikel over emotieregulatie
Om veerkrachtig te kunnen functioneren is adequate emotieregulatie cruciaal. Als kinderen in staat zijn hun emoties in goede banen te leiden, kunnen zij zichzelf beter begrijpen, hun reacties leren beheersen en zich beter aanpassen aan wat de situatie van hen vraagt. Ook als die situatie plotseling verandert.
Het onderdrukken van emoties kost veel mentale energie. Energie die je óók nodig hebt voor andere taken, zoals concentreren, problemen oplossen of sociale interactie. Als kinderen leren hun emoties op een gezonde manier te reguleren, hebben zij betere toegang tot hun cognitieve capaciteit.
Vechten, vluchten of bevriezen zijn automatische reacties op hevige stress en gevaar. En op heftige emoties. Als kinderen leren hun emoties te herkennen, te voelen en op een gepaste manier te uiten, kan deze automatische reactie doorbroken worden. Dat helpt kinderen ook bij ingewikkelde of heftige gevoelens bewuster en doelgerichter te handelen.
Bovendien draagt emotieregulatie bij aan het vergroten van het probleemoplossend vermogen van kinderen en het verminderen van piekeren, vermijden en ander niet-helpend gedrag. Door kinderen te leren stilstaan bij wat ze voelen en waarom, kunnen zij leren zich te richten op de oorzaak van hun emoties en beter bedenken wat ze daaraan kunnen doen.
Zij blijven dan niet ‘vastzitten’ in een heftige emotionele reactie, maar kunnen sneller schakelen en doorgaan met wat nodig is. Als negatieve emoties zoals angst, boosheid of verdriet niet langdurig overheersen geeft dat ruimte voor herstel en veerkrachtig functioneren.
Hoe hangt emotieregulatie samen met veerkracht?
Hoe je je emoties reguleert leer je binnen de sociale context. In de eerste plaats is dat het gezin. Kinderen leren door te observeren wat bijvoorbeeld hun vader, moeder of zus doet en door hoe er op hen gereageerd wordt. Kinderen die thuis ingrijpende ervaringen meemaken hebben vaak minder vaardigheden geleerd om hun emoties te reguleren. Daarnaast krijgen kinderen minder goede voorbeelden als ouders zelf niet goed in staat zijn hun emoties te reguleren. Ook kan het zijn dat er geen volwassene is bij wie zij zich veilig genoeg voelen of die hen helpt omgaan met hun emoties.
Als kinderen hun emoties niet goed kunnen reguleren heeft dat vaak een negatief effect op hun contact met anderen. Omdat zij hun emoties niet of niet goed weten te uiten, kan het zijn dat anderen hun uitingen en gedrag niet of verkeerd begrijpen. Daardoor kunnen kinderen op den duur sociale interacties uit de weg gaan.
Kinderen die opgroeien met veel stress of onveiligheid hebben nog meer dan andere kinderen ondersteuning nodig bij het leren reguleren van hun emoties. Vaak is hun stress-responssysteem te scherp afgesteld, waardoor zij zich regelmatig overspoeld kunnen voelen door hevige emoties. Als zij niet hebben geleerd daarmee om te gaan hebben zij andere mensen nodig die hen helpen herkennen wat zij ervaren en hoe ze daar op een goede manier mee om kunnen gaan.
Ingrijpende jeugdervaringen en emotieregulatie

‘Eerst ontplofte ik altijd als ik het ergens niet mee eens was. Nu kan ik beter onder woorden brengen wat ik voel’ (ervaringsdeskundige Micha)
Wat is emotieregulatie?
Om je emoties te kunnen reguleren moet je in staat zijn deze te herkennen, te beoordelen en op een passende manier te uiten. Emotieregulatie is niet hetzelfde als kalmeren. Als je in staat bent je emoties goed te reguleren kan dat er wel voor zorgen dat je je ook rustiger voelt. Het doel is echter dat je leert dat emoties er mogen zijn en dat je in staat bent die constructief te uiten.
Emoties hebben een belangrijke signaalfunctie. Als je je bijvoorbeeld bang voelt, geeft dat aan dat je veiligheid nodig hebt. Als je je boos voelt, kan dat betekenen dat er een grens is overschreden. Daarom is het belangrijk dat je emoties leert te voelen en er woorden en betekenis aan leert geven. Bij emotieregulatie gaat het om het leren omgaan met álle emoties, dus zowel de zogenaamde negatieve emoties, zoals verdriet, als de positieve, zoals blijdschap. Emotieregulatie is in alledaagse en ook in niet-stressvolle situaties van belang en niet alleen bij tegenslag of nare gebeurtenissen (in tegenstelling tot coping).
Het is belangrijk dat kinderen leren dat emoties niet goed of slecht zijn, maar dat de manier waarop je je emoties uit, moet passen bij de situatie en bij de doelen die je ermee wil bereiken. Bijvoorbeeld heel hard schreeuwen van boosheid in je eentje op je kamer is prima, maar midden in een klas vol kinderen niet. Hard huilen of schreeuwen kan helpen je emoties te ontladen, maar helpt zelden om je zin te krijgen.
Er zijn verschillende strategieën die je kunt inzetten om je emoties te reguleren. Bijvoorbeeld erover praten of in je dagboek schrijven, afleiding zoeken, je emoties onderdrukken, piekeren of jezelf de schuld geven. Niet elke strategie is in elke situatie helpend – en dat kunnen kinderen leren.
Emotieregulatie betekent dat je je emoties in goede banen kunt leiden, zodat je niet overweldigd raakt door de intensiteit ervan. Hele jonge kinderen kunnen hun emoties nog niet zelf reguleren; zij moeten dat nog leren en hebben daar veilige volwassenen voor nodig.
Emotieregulatie
Als een kind ingewikkelde of hevige emoties van zichzelf kan herkennen en die op een gepaste manier kan uiten, draagt dat bij aan de mate waarin het veerkrachtig kan functioneren. Kinderen die hun emoties kunnen reguleren raken er minder snel door overweldigd.
