Wat jij kunt doen
… en veerkracht
… en ingrijpende jeugdervaringen
Wat het is




Zelfvertrouwen
Het helpt als kinderen ruimte krijgen om te proberen en fouten te maken. Zelfvertrouwen groeit juist door moeilijke situaties, als kinderen dingen uit proberen. Vertel dat het normaal is als dingen niet in één keer lukken en dat iedereen fouten maakt. En dat dat momenten zijn om van te leren. Vertel over je eigen fouten en hoe je daarmee omging. Bijvoorbeeld: ‘Ik wist ook niet meteen hoe dat moest, maar ik heb het stap voor stap geleerd.’
Steun een kind daarom bij het proberen en oefenen van nieuwe vaardigheden. Begin klein en bouw op. Een kind dat iets afmaakt of merkt dat iets beter lukt dan eerst, groeit in vertrouwen.
Stimuleer het kind te proberen
5.
Laat het kind een collage maken over zichzelf. Op de collage kan het kind laten zien waar het allemaal goed in is, wat het leuk vindt om te doen en wat het leuk vindt aan zichzelf. Bijvoorbeeld interesses, hobby’s, muziek en vrienden en familie. Laat het kind over de collage vertellen wanneer het af is.
Een positief-zelfbeeldcollage
6.
Laat een kind keuzes maken en meedenken over dingen die hem of haar aangaan. Dat kan het kind een gevoel van controle geven en zo bijdragen aan meer eigenwaarde. Dat kunnen kleine dingen zijn: kiezen wat het aantrekt, welke taak het doet, of hoe iets wordt aangepakt. Zo ervaart het kind dat zijn mening ertoe doet.
Geef het kind invloed
4.
Iedereen vind het fijn om complimenten te krijgen. Als kinderen de overtuiging hebben dat ze niets waard zijn of niks kunnen, is het belangrijk dat je welgemeende en specifieke complimenten geeft. Anders kan het averechts werken. Belangrijk is dat het compliment:
Geef vaak kleine en specifieke complimenten
3.
Zie wat een kind probeert, waar het zijn best doet en waar het in groeit. Complimenteer een kind zodoende niet alleen als iets lukt, maar juist ook voor het proberen, het volhouden en het opnieuw proberen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je heel geconcentreerd hebt gewerkt, ook al was het lastig’ in plaats van ‘Goed zo, je hebt het goed gedaan.’
Benoem de inzet, niet alleen het resultaat
2.
Laat merken dat je het kind waardeert om wie het is, niet om wat het presteert. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik vind het fijn om bij jou te zijn’ of ‘Wat goed dat je dat eerlijk durfde te zeggen.’
Toon onvoorwaardelijke waardering
1.
Er zijn veel manieren waarop je kunt bijdragen aan een positief zelfvertrouwen van een kind. De kern is: laat het kind ervaren dat het er toe doet, dat het invloed heeft en dat het fouten mag maken.
Let op:
het kan misschien lijken dat een kind het compliment niet aanneemt of onverschillig hier op reageert. Maar vanbinnen zal het wel echt iets met het kind doen. je moet het blijven herhalen.
Een kind kan het moeilijk vinden om een compliment in ontvangst te nemen. Het kan dan helpen om het kind zichzelf een compliment te laten geven. Zo leer je het kind om te gaan met complimenten. Vraag: ‘Wat vind jij zelf dat je goed hebt gedaan?’ En stuur op een positief resultaat.
Persoonlijk en specifiek is. Niet: ‘Wat ben jij knap’, maar ‘Wat heb jij die som goed opgelost’.
Gericht op het proces/inzet in plaats van op de uitkomst: ‘Wat heb jij hard gewerkt’ en ‘Wat heb je goed doorgezet, ook toen je er geen zin in had.’
Gericht is op een beschrijving en geen oordeel bevat: ‘Ik zie dat je hard gewerkt hebt aan deze tekening. Hoe heb je dat gedaan?’
Gaat over een eigenschap van het kind en niet een talent. Niet: ‘Je bent zo slim’. Maar: ‘Wat goed dat je veel hebt nagedacht om dit op te lossen.’
Niet te groot is en ook niet te veel.
Hoe kan je kinderen helpen hun zelfvertrouwen te vergroten?
“Ik dacht eerst altijd dat ik niks kon, maar toen ik iets moeilijks wél had gedaan, voelde ik me ineens sterk.” (ervaringsdeskundige Achmed)
Wat is zelfvertrouwen?
Zelfvertrouwen ontstaat deels van binnenuit, maar wordt ook sterk beïnvloed door de omgeving. Wanneer kinderen positieve feedback krijgen, complimenten ontvangen en zich gezien voelen, draagt dit bij aan hun eigenwaarde. Kinderen met voldoende zelfvertrouwen durven dingen aan te gaan, ook als ze spannend of moeilijk zijn. Ze weten dat fouten maken erbij hoort en dat dat niets zegt over wie zij zijn als mens.
Zelfvertrouwen ontwikkel je in relatie met anderen: door positieve ervaringen, bemoediging, succesjes, steun en erkenning. Kinderen bouwen zelfvertrouwen op als zij merken dat hun inspanningen effect hebben, als zij gewaardeerd worden om wie ze zijn, en als ze zich veilig voelen om te leren en te groeien.
Zelfvertrouwen gaat over het algehele oordeel over jezelf, je gevoel van eigenwaarde. Dat oordeel kan positief of negatief zijn. Een kind met zelfvertrouwen denkt over zichzelf: ‘Ik ben oké zoals ik ben’ en ‘Ik kan iets aan deze situatie doen’. Het gaat niet om perfectie, maar om het gevoel dat je ertoe doet en dat je in staat bent om met uitdagingen om te gaan.
Persoonlijke krachten
Zelfeffectiviteit
Zelfvertrouwen helpt kinderen om uitdagingen aan te gaan, nieuwe dingen te proberen en met tegenslag om te gaan. Het versterkt hun gevoel van eigenwaarde en draagt bij aan veerkrachtig functioneren.
Lees hier het wetenschappelijke artikel over zelfvertrouwen
Zelfvertrouwen is een belangrijke bouwsteen van veerkracht. Een kind dat een positief zelfbeeld heeft, die gelooft in eigen kunnen, durft nieuwe dingen aan te gaan, herstelt sneller van tegenslagen en zoekt eerder hulp als dat nodig is. Zelfvertrouwen geeft het kind het gevoel dat het invloed heeft op zijn eigen leven, dat het ertoe doet en dat het met moeilijke situaties kan omgaan.
Kinderen die veerkrachtige functioneren geloven dat ze obstakels kunnen overwinnen. Dat geloof komt voort uit eerdere ervaringen waarin ze succes hebben ervaren, steun hebben gekregen en zijn aangemoedigd. Wanneer kinderen vertrouwen hebben in hun eigen capaciteiten, zijn ze minder snel ontmoedigd bij een fout of tegenvaller. Ze denken niet direct ‘zie je wel, ik kan het niet’, maar eerder ‘het is moeilijk, maar ik kan dit leren’.
Bovendien maakt zelfvertrouwen dat kinderen zich makkelijker verbinden met anderen. Ze durven zichzelf te laten zien, vragen te stellen, hun mening te geven en zich open te stellen voor samenwerking. Dat vergroot de kans op sociale steun, wat ook weer bijdraagt aan het versterken van hun veerkracht.
Zelfvertrouwen is bovendien een basis voor het leren van andere veerkrachtelementen, zoals coping, emotieregulatie en sociale vaardigheden. Want: als je gelooft dat jij iets kunt leren of oplossen, zet je daar eerder stappen in.
Hoe hangt zelfvertrouwen samen met veerkracht?
Kinderen die opgroeien in stressvolle of onveilige situaties lopen een verhoogd risico op een negatief zelfbeeld. Als je weinig bevestiging krijgt, als er vooral wordt gefocust op wat je niet goed doet, of als je weinig controle ervaart over wat er met je gebeurt, is het lastig om vertrouwen in jezelf op te bouwen. Als kinderen onvoldoende vertrouwen in zichzelf hebben, durven ze minder snel iets nieuws te proberen of vragen ze minder snel om hulp. Ook ontwikkelen zij sneller negatieve overtuigingen over zichzelf die later moeilijk te veranderen zijn.
Deze kinderen geloven vaak dat ze niet de moeite waard zijn of dat hun behoeften er niet toe doen. Ze kunnen het gevoel krijgen dat hun acties geen verschil maken, wat een gevoel van machteloosheid en faalangst kan oproepen. Ook kan het zijn dat ze denken dat nare gebeurtenissen hun eigen schuld zijn, of dat zij ‘niet goed genoeg’ zijn. Dit kan hun zelfvertrouwen ernstig ondermijnen.
Als gevolg van hun ervaringen kan het zelfbeeld van deze kinderen heel afhankelijk zijn van de goedkeuring van anderen. Zij gaan bijvoorbeeld extreem hun best doen om lief gevonden te worden (pleasen), raken in paniek bij kritiek of trekken zich terug omdat ze denken dat ze toch niks goed kunnen doen. Het vertrouwen in zichzelf en in hun omgeving is dan vaak wankel.
Ingrijpende jeugdervaringen en zelfvertrouwen


Zelfeffectiviteit
Persoonlijke krachten


Het helpt als kinderen ruimte krijgen om te proberen en fouten te maken. Zelfvertrouwen groeit juist door moeilijke situaties, als kinderen dingen uit proberen. Vertel dat het normaal is als dingen niet in één keer lukken en dat iedereen fouten maakt. En dat dat momenten zijn om van te leren. Vertel over je eigen fouten en hoe je daarmee omging. Bijvoorbeeld: ‘Ik wist ook niet meteen hoe dat moest, maar ik heb het stap voor stap geleerd.’
Steun een kind daarom bij het proberen en oefenen van nieuwe vaardigheden. Begin klein en bouw op. Een kind dat iets afmaakt of merkt dat iets beter lukt dan eerst, groeit in vertrouwen.
Stimuleer het kind te proberen
5.
Laat het kind een collage maken over zichzelf. Op de collage kan het kind laten zien waar het allemaal goed in is, wat het leuk vindt om te doen en wat het leuk vindt aan zichzelf. Bijvoorbeeld interesses, hobby’s, muziek en vrienden en familie. Laat het kind over de collage vertellen wanneer het af is.
Een positief-zelfbeeldcollage
6.
Laat een kind keuzes maken en meedenken over dingen die hem of haar aangaan. Dat kan het kind een gevoel van controle geven en zo bijdragen aan meer eigenwaarde. Dat kunnen kleine dingen zijn: kiezen wat het aantrekt, welke taak het doet, of hoe iets wordt aangepakt. Zo ervaart het kind dat zijn mening ertoe doet.
Geef het kind invloed
4.
Iedereen vind het fijn om complimenten te krijgen. Als kinderen de overtuiging hebben dat ze niets waard zijn of niks kunnen, is het belangrijk dat je welgemeende en specifieke complimenten geeft. Anders kan het averechts werken. Belangrijk is dat het compliment:
Geef vaak kleine en specifieke complimenten
3.
Zie wat een kind probeert, waar het zijn best doet en waar het in groeit. Complimenteer een kind zodoende niet alleen als iets lukt, maar juist ook voor het proberen, het volhouden en het opnieuw proberen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je heel geconcentreerd hebt gewerkt, ook al was het lastig’ in plaats van ‘Goed zo, je hebt het goed gedaan.’
Benoem de inzet, niet alleen het resultaat
2.
Laat merken dat je het kind waardeert om wie het is, niet om wat het presteert. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik vind het fijn om bij jou te zijn’ of ‘Wat goed dat je dat eerlijk durfde te zeggen.’
Toon onvoorwaardelijke waardering
1.
Er zijn veel manieren waarop je kunt bijdragen aan een positief zelfvertrouwen van een kind. De kern is: laat het kind ervaren dat het er toe doet, dat het invloed heeft en dat het fouten mag maken.
Let op:
het kan misschien lijken dat een kind het compliment niet aanneemt of onverschillig hier op reageert. Maar vanbinnen zal het wel echt iets met het kind doen. je moet het blijven herhalen.
Een kind kan het moeilijk vinden om een compliment in ontvangst te nemen. Het kan dan helpen om het kind zichzelf een compliment te laten geven. Zo leer je het kind om te gaan met complimenten. Vraag: ‘Wat vind jij zelf dat je goed hebt gedaan?’ En stuur op een positief resultaat.
Persoonlijk en specifiek is. Niet: ‘Wat ben jij knap’, maar ‘Wat heb jij die som goed opgelost’.
Gericht op het proces/inzet in plaats van op de uitkomst: ‘Wat heb jij hard gewerkt’ en ‘Wat heb je goed doorgezet, ook toen je er geen zin in had.’
Gericht is op een beschrijving en geen oordeel bevat: ‘Ik zie dat je hard gewerkt hebt aan deze tekening. Hoe heb je dat gedaan?’
Gaat over een eigenschap van het kind en niet een talent. Niet: ‘Je bent zo slim’. Maar: ‘Wat goed dat je veel hebt nagedacht om dit op te lossen.’
Niet te groot is en ook niet te veel.
Hoe kan je kinderen helpen hun zelfvertrouwen te vergroten?

Lees hier het wetenschappelijke artikel over zelfvertrouwen
Zelfvertrouwen is een belangrijke bouwsteen van veerkracht. Een kind dat een positief zelfbeeld heeft, die gelooft in eigen kunnen, durft nieuwe dingen aan te gaan, herstelt sneller van tegenslagen en zoekt eerder hulp als dat nodig is. Zelfvertrouwen geeft het kind het gevoel dat het invloed heeft op zijn eigen leven, dat het ertoe doet en dat het met moeilijke situaties kan omgaan.
Kinderen die veerkrachtige functioneren geloven dat ze obstakels kunnen overwinnen. Dat geloof komt voort uit eerdere ervaringen waarin ze succes hebben ervaren, steun hebben gekregen en zijn aangemoedigd. Wanneer kinderen vertrouwen hebben in hun eigen capaciteiten, zijn ze minder snel ontmoedigd bij een fout of tegenvaller. Ze denken niet direct ‘zie je wel, ik kan het niet’, maar eerder ‘het is moeilijk, maar ik kan dit leren’.
Bovendien maakt zelfvertrouwen dat kinderen zich makkelijker verbinden met anderen. Ze durven zichzelf te laten zien, vragen te stellen, hun mening te geven en zich open te stellen voor samenwerking. Dat vergroot de kans op sociale steun, wat ook weer bijdraagt aan het versterken van hun veerkracht.
Zelfvertrouwen is bovendien een basis voor het leren van andere veerkrachtelementen, zoals coping, emotieregulatie en sociale vaardigheden. Want: als je gelooft dat jij iets kunt leren of oplossen, zet je daar eerder stappen in.
Hoe hangt zelfvertrouwen samen met veerkracht?

Kinderen die opgroeien in stressvolle of onveilige situaties lopen een verhoogd risico op een negatief zelfbeeld. Als je weinig bevestiging krijgt, als er vooral wordt gefocust op wat je niet goed doet, of als je weinig controle ervaart over wat er met je gebeurt, is het lastig om vertrouwen in jezelf op te bouwen. Als kinderen onvoldoende vertrouwen in zichzelf hebben, durven ze minder snel iets nieuws te proberen of vragen ze minder snel om hulp. Ook ontwikkelen zij sneller negatieve overtuigingen over zichzelf die later moeilijk te veranderen zijn.
Deze kinderen geloven vaak dat ze niet de moeite waard zijn of dat hun behoeften er niet toe doen. Ze kunnen het gevoel krijgen dat hun acties geen verschil maken, wat een gevoel van machteloosheid en faalangst kan oproepen. Ook kan het zijn dat ze denken dat nare gebeurtenissen hun eigen schuld zijn, of dat zij ‘niet goed genoeg’ zijn. Dit kan hun zelfvertrouwen ernstig ondermijnen.
Als gevolg van hun ervaringen kan het zelfbeeld van deze kinderen heel afhankelijk zijn van de goedkeuring van anderen. Zij gaan bijvoorbeeld extreem hun best doen om lief gevonden te worden (pleasen), raken in paniek bij kritiek of trekken zich terug omdat ze denken dat ze toch niks goed kunnen doen. Het vertrouwen in zichzelf en in hun omgeving is dan vaak wankel.
Ingrijpende jeugdervaringen en zelfvertrouwen

“Ik dacht eerst altijd
dat ik niks kon, maar
toen ik iets moeilijks wél had gedaan, voelde ik me ineens sterk.” (ervaringsdeskundige Achmed)
Wat is zelfvertrouwen?
Zelfvertrouwen ontstaat deels van binnenuit, maar wordt ook sterk beïnvloed door de omgeving. Wanneer kinderen positieve feedback krijgen, complimenten ontvangen en zich gezien voelen, draagt dit bij aan hun eigenwaarde. Kinderen met voldoende zelfvertrouwen durven dingen aan te gaan, ook als ze spannend of moeilijk zijn. Ze weten dat fouten maken erbij hoort en dat dat niets zegt over wie zij zijn als mens.
Zelfvertrouwen ontwikkel je in relatie met anderen: door positieve ervaringen, bemoediging, succesjes, steun en erkenning. Kinderen bouwen zelfvertrouwen op als zij merken dat hun inspanningen effect hebben, als zij gewaardeerd worden om wie ze zijn, en als ze zich veilig voelen om te leren en te groeien.
Zelfvertrouwen gaat over het algehele oordeel over jezelf, je gevoel van eigenwaarde. Dat oordeel kan positief of negatief zijn. Een kind met zelfvertrouwen denkt over zichzelf: ‘Ik ben oké zoals ik ben’ en ‘Ik kan iets aan deze situatie doen’. Het gaat niet om perfectie, maar om het gevoel dat je ertoe doet en dat je in staat bent om met uitdagingen om te gaan.
Zelfvertrouwen helpt kinderen om uitdagingen aan te gaan, nieuwe dingen te proberen en met tegenslag om te gaan. Het versterkt hun gevoel van eigenwaarde en draagt bij aan veerkrachtig functioneren.
Zelfvertrouwen
